Politieknuppels: 186 jaar verstoring van de openbare orde

Opinie, gepost door: nn op 20/01/2015 01:07:49

De vraag voor wie de politie werkt en wiens orde zij oplegt, speelt weer. In wezen speelt de vraag al zolang de politie bestaat.


Een politieke cartoon van Charles Jameson Grant uit 1834 die voor een cent in Londen op straat werd verkocht, laat de Britse minister van buitenlandse zaken zien die agenten van de recent gevormde Metropolitan Police Force toespreekt. "Jongens," zegt hij, "het is altijd gerechtvaardigd het publiek de schedel in te slaan wanneer je denkt alleen zo de openbare orde te kunnen handhaven." Een verzameling ruige agenten lijkt precies geschikt voor de taak. "Bij Jasus [een kreeft] verzoek ik u ons een paar halzen te geven om door te snijden," zegt er een, "want schedels inslaan kennen we onderhand wel."

Vijf jaar na de oprichting had de Londense Metropolitan Police al weinig vleiende bijnamen, zoals vermeld in de kop van de cartoon: DE KEURING VAN DE BLAUWE DUIVELS, ALIAS DE RAUWE KREEFTEN, ALIAS DE KNUPPELAARS. Britse soldaten werden vanwege hun rode jassen in de volksmond kreeften genoemd, dus om te voorkomen dat de politie als een soort bezettingsleger werd gezien, droeg de Metropolitan Police blauwe jassen. Tegenstanders in die tijd vermoedden dat de ingreep slechts kosmetisch was; men was huiverig dat het blauw op straat maar weinig nodig had om zijn ware aard te tonen.

Londen was in de vroege 19e eeuw een uitgestrekte en wanordelijke metropool, verdeeld in tientallen parochies die elk eigen nachtwakers en agenten in dienst namen, bij onlusten werd de orde hersteld door het leger. Na jaren in de oppositie gezeten te hebben, lukte het Sir Robert Peel in 1829 als minister van binnenlandse zaken het Parlement eindelijk om een professionele politiemacht op te richten voor de snel groeiende gebieden rond de hoofdstad. Voor sceptici stond de politie gelijk aan het importeren van tirannie uit het vasteland, want Parijs, Wenen, Berlijn en St. Petersburg kenden al een lokale politiemacht, en deze werd beschouwd als de rechterhand van de onderdrukkende staat. Om de kritiek tegemoet te komen, spandde Peel zich tot het uiterste in zijn prille politie-apparaat te onderscheiden van het leger, door te laten zien dat de Met verantwoording zou afleggen aan de bevolking, dus niet aan de koning of aan private belangen. Niet alleen kwam er een blauw uniform, net als veel gewone burgers zouden zij een hoge hoed dragen en alleen in buitengewone omstandigheden een vuurwapen.

Peel had veel invloed op de oprichting van de New York Police Department in 1845, en hij wordt tegenwoordig beschouwd als de vader van de huidige politie. De naam Peel is misschien het meest bekend van de negen principes van politietoezicht die de politie-academies in de Engels-sprekende wereld hanteren.

Het eerste principe omschrijft de rol van de politie in de samenleving als "het voorkomen van criminaliteit en overlast, als alternatief voor de onderdrukkende militaire macht." Maar bij het nastreven van het eerste principe moeten ambtenaren ook het tweede principe kennen: "Het bestaan en de potentie van de politie om hun functies en taken te vervullen hangt af van publieke goedkeuring, hun acties en gedrag, en op het vermogen om het respect van het publiek te waarborgen en te onderhouden." Het democratische karakter van de instelling wordt verder benadrukt in het zevende principe dat stelt dat "de politie publiek is, en het publiek de politie, dat de politie bestaat uit leden van het publiek die worden betaald om zich full-time te richten op de taken van elke burger die in het belang zijn van het welzijn van de gemeenschap en het leven."

Tijdens de oprichting van de Londense Metropolitan Police Force werd het Britse parlement gedomineerd door aristocraten en de zakenwereld. Geconfronteerd met de druk van de rechteloze midden- en lagere klassen, nam het parlement in 1832 de Hervormingswet aan. Daarmee kregen landeigenaren uit de middenklasse stemrecht en bleven tegelijkertijd de armen ervan uitgesloten. In de daaropvolgende jaren voerde een steeds beter georganiseerde arbeidersklasse met grote demonstraties de druk op. In 1833 werd bijna de helft van de politie, ongeveer 1.700 mannen, ingezet tegen een demonstratie van maar liefst 4.000 mensen die waren opgeroepen door de Nationale Unie van de Arbeidersklasse. De manifestatie ontaardde in wederzijds geweld en één agent werd gedood. In deze zodanig gespannen situatie werd de ordehandhaving door de politie ondubbelzinnig gezien als een politieke daad.

Peel en zijn twee politie-commissarissen, luitenant-kolonel Charles Rowan en de advocaat Richard Mayne begrepen dat het succes van de nieuwe ordehandhaving afhing van een a-politieke indruk. "De dienst moet niet alleen onpartijdig zijn, maar ook zodanig worden geloofd in de praktijk onpartijdig te zijn, en naar dit principe handelen," schreven Rowan en Mayne in hun eerste verslag aan Peel. Maar toen de politie-inzet alleen verantwoording schuldig was aan de rijkste twintig procent van de bevolking, was de impliciet politieke rol niet meer te ontkennen, zelfs wanneer de politie zich voorbeeldig zou gedragen.

Al snel kreeg de politie er taken bij, zoals het opjagen van landlopers en reglementen rond drinken in het openbaar, gokken, ontuchten die met afkeuren werden bekeken door de hogere klassen. De orde die zo aantrekkelijk was voor het bedrijfsleven en onroerend goedeigenaren kon aan de ontvangende kant van de politieknuppel gemakkelijk worden opgevat als onderdrukking. Rowan en Mayne benadrukten de noodzaak om voorzichtig om te springen met de 'respectabele' burgers. Degenen die niet voldoen aan deze norm hebben vaak het gevoel dat de politie tegen hen werkt in plaats van voor hen.

Het toeschrijven van de negen principes aan Peel is historisch niet houdbaar - waarschijnlijk werden ze onder Peels naam geschreven door Rowan en Mayne - maar het doet niets af aan de nog altijd geldende invloed. De belangrijkste discipel van Peel is William J. Bratton, de huidige politiecommissaris van New York. Bratton verwijst voortdurend naar Peel en beweert altijd een exemplaar van zijn negen principes op zak te hebben.

Bij een zakenforum annex ontbijt à 1.250 dollar per tafel in het Manhattanse Roosevelt Hotel afgelopen september, beriep Bratton zich nogmaals op de grondtekst, waarbij hij nauwelijks stilstond bij de thema's nederigheid en egalitarisme maar des te meer bij het eerste principe.

"Vanaf de jaren '60 tot de jaren '90 hebben we als land en als beroepsgroep afstand genomen van preventie en de meeste tijd gestoken in het reageren op groeiende problemen als criminaliteit en overlast", aldus Bratton. "We hebben gefaald. We zijn ook bijna afgestapt van onze rol in het voorkomen van wanorde." De chaos die volgde, zo betoogde hij, leidde tot torenhoge misdaadcijfers in de vroege jaren '90. "In een veilige stad gedijt de handel," zei Bratton tegen de bijeengekomen zakenmensen, die in applaus uitbarstten.

Tijdens zijn eerste termijn als politiecommissaris onder burgemeester Giuliani lanceerde Bratton de "broken windows"-strategie. Die is erop gericht kleine overtredingen keihard aan te pakken, wat een dramatische daling van de criminaliteit voor de stad zou betekenen. Niet alle New Yorkers zijn enthousiast over de wijze waarop de NYPD orde op zaken stelt. Burgemeester Bill de Blasio werd vorig verkozen met een campagne tegen fouilleren op straat, waarvan vooral zwarte en Latino New Yorkers slachtoffer worden. Van elke 10 staandehoudingen zijn er bijna 9 zonder enige reden. Onlangs kwamen de frustraties over de broken window-strategie tot uitbarsting toen bekend werd dat de dood van Eric Garner niet tot vervolgingen zou leiden. Garner kwam om nadat hij op verdenking van verkoop van losse sigaretten door rechtshandhavers werd aangepakt.

Vaak wordt gedacht dat de rol van de politie in de eerste plaats misdaadbestrijding is. Maar het andere oorspronkelijke mandaat is de handhaving van de openbare orde en dat wekt bij velen wantrouwen. Orde is een subjectieve zaak en de mensen die het definiëren zijn vaak niet degenen die de orde krijgen opgelegd. In de afgelopen 186 jaar van het moderne politiewerk hebben klasse en ras altijd een schaduw geworpen op hoe burgers over rechtshandhaving denken. Vanaf de 19e eeuw in Londen, via Jim Crow en de strijd voor burgerrechten, tot het huidige beleid rond 'gebroken ruiten' en het preventief fouilleren verschuift de definitie van het publiek aan wie de politie verantwoording moet afdragen voortdurend. De apocriefe principes van Peel zijn als zoveel van onze grondrechten nog altijd meer een ideaalbeeld dan beschrijvend.

Bron: http://www.nytimes.com/2015/01/18/magazine/the-point-of-order.html


Global IMC Network www.indymedia.org Afrika Ambazonia Canarias Estrecho / Madiaq Kenya South Africa Canada London, Ontario Maritimes Quebec Oost Azië Japan Manila QC Saint-Petersburg Europa Abruzzo Alacant Antwerpen Athens Austria Barcelona Belarus Belgium Bristol Brussels Bulgaria Calabrië Cyprus Emilia-Romagna Estrecho / Madiaq Euskal Herria Galiza Duitsland grenoble Hungary Ireland Istanbul Italy La Plana Liege liguria Lille Linksunten Lombardia London Madrid Malta Marseille Nantes Napoli Netherlands Northern England Norway Nottingham Oost-Vlaanderen Paris/Île-de-France Piemonte Poland Portugal Roma Roemenië Russia Scotland Sverige Switzerland Torun Toscana Ukraine UK-GB Latijns Amerika Argentina Bolivia Chiapas Chile Sur Braszilië Sucre Colombia Ecuador Mexico Peru Puerto Rico Qollasuyu Rosario santiago Uruguay Valparaiso Venezuela Oceanië Aotearoa Manila Melbourne Perth QC Sydney Zuid-Azië India Verenigde Staten Arizona Atlanta Austin Baltimore Big Muddy Binghamton Buffalo Charlottesville Chicago Cleveland Colorado Columbus DC Hawaii Houston Hudson Mohawk LA Madison Michigan Milwaukee Minneapolis/St. Paul New Mexico New Orleans NYC Philadelphia Pittsburgh Portland Richmond Rochester Rogue Valley San Diego San Francisco Bay Area Santa Cruz, CA Sarasota Seattle Urbana-Champaign Worcester West Azië Beirut Israel Palestine Process FBI/Legal Updates Mailing Lists Process & IMC Docs Projecten Print Radio Video Regio's United States Topics Biotech